Door Frank Bouman - van Veen Er zijn maar weinig positieve kanten te bedenken aan het hebben van TBC. Misschien is het beter om te zeggen dat het hebben van TBC in geen enkel geval positief zou kunnen zijn. Maar als je zou moeten kiezen tussen leven in Amsterdam tijdens een buitenlandse bezetting, of kuren in een ver oord waar de bezetter niet durft te komen zou ik me kunnen voorstellen dat je kiest voor 'optie B'. Mijn oudtante, Cornelia 'Corrie' Jannetje van Leeuwen, had TBC en kuurde gedurende de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog in Sonnevanck vanwege haar ziekte. Hoewel geen twee oorlogservaringen met elkaar te vergelijken zijn, zou je in ieder geval kunnen stellen dat het ervaren van de bezetting vanuit een sanatorium een tamelijk unieke ervaring is geweest. En als het gaat om geschiedenis zijn zowel de 'droge' historische verslagen als de gekleurde persoonlijke verhalen van groot belang. Des te meer waardevol is het dat mijn oudtante vanuit haar kuuroord brieven stuurde aan haar familie in Amsterdam en dat deze brieven bewaard zijn gebleven. Deze brieven heb ik doorgenomen en gedigitaliseerd, zoals dat heet, om ze hier te kunnen ontsluiten. De brieven zijn geschreven tijdens de allerlaatste fase van de oorlog, op het moment dat er voorzichtig aan al sprake was van een bevrijding. Na mijn korte inleiding nodig ik de lezer uit om de unieke ervaring van mijn oudtante in zich op te nemen en zo meteen een stukje geschiedenis van Sonnevanck te lezen. Als historicus kan ik het niet laten een kleine nuance te plaatsen op de onderstaande verhalen. Veel zaken zijn verteld en niet opgeschreven, geloofd en niet gecontroleerd. Het is mij toch vooral om de belevingswereld van een patiënt in Sonnevanck tijdens deze duistere periode te doen. Als niet al dat volgt met de opgetekende werkelijkheid overeenstemt dan spijt dat mij; dit is de beste optekening die ik kan leveren van de ervaringen, zorgen en gedachten van mijn familielid die deze ervaringen opdeed en zorgen en gedachten had. Ten tweede ben ik, eveneens als historicus, geneigd om in geschiedenis op zoek te gaan naar lessen om te leren. Sterker nog, daar heb ik zelfs mijn beroep van gemaakt. En juist bij persoonlijke verhalen is het vinden van lessen nog niet zo gemakkelijk als het lijkt. De lessen van de één kunnen immers volstrekt onzinnig lijken voor de ander. Wat zou dan een min of meer universele les kunnen zijn die te leren valt uit de verhalen en geschiedenis van mijn oudtante? Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat de les is om hoop te houden, ook wanneer een situatie hopeloos lijkt. Helaas is het hebben en houden van hoop echter geen garantie op het verkrijgen of behalen van de uitkomst waar je op hoopt. Dat zou dus een gevaarlijke 'les' zijn om mee te nemen. Wat mij betreft is de les uit hetgeen hieronder staat opgetekend heel basaal. Het gaat niet om de emotionele beleving van mijn oudtante. Het gaat om het feit dat wij die beleving vandaag de dag van haar kunnen opdoen. In dagboeken en brieven wordt de geschiedenis van de alledaagse beleving vastgelegd. Dat is precies wat zij heeft gedaan. En om dat te doen heb je een besef nodig dat hetgeen jij vandaag beleeft meer is dan alleen een dag uit jouw leven. Het is een dag uit de menselijke geschiedenis. Misschien klinkt het ietwat narcistisch om je eigen leven zo te beschouwen, maar het is in essentie wel de waarheid. De beleving van jouw dag vandaag is in de toekomst misschien wel net zo veel waard als de beleving van Toetankhamon op een dag uit zijn leven. Met alleen het belangrijke verschil dat Toetankhamon al bijna 3.500 jaar begraven ligt en jij jouw dagen nog kan beschrijven. Op persoonlijk gebied (en compleet irrelevant voor dit verhaal) denk ik graag dat ik deze les van 'Oma Corrie', zoals wij haar noemden, heb geleerd door geschiedenis te gaan studeren. Al dan niet terecht heb ik altijd het idee gehad dat zij mij daartoe heeft geïnspireerd door het vertellen van verhalen en het kennen van historie en literatuur. En nu kijk ik naar het scherm van mij laptop met eenzelfde soort besef als zij destijds had; deze persoonlijke geschiedenis is het optekenen waard. Mijn oudtante vertelde soms over haar tijd in Sonnevanck. Ze vertelde over de last die ze droeg vanwege het besef dat zij 'hoog en droog' in het bos was terwijl haar familie en vrienden de bezetting in Amsterdam doormaakten. Ze maakt haar emotie kenbaar in de brieven wanneer ze schrijft dat ze zich dagelijks zorgen maakt of alles met iedereen nog goed gaat. Er was namelijk bijna geen contact meer mogelijk. Het enige dat ze kon doen was zich stilletjes zorgen maken en hopen dat iedereen het goed maakte. Ze vertelde ons ook dat de Duitse soldaat niet graag op het kuuroord kwam en de soldaten de plek daarom veelal meden. Dat was maar goed ook want het was niet ongebruikelijk dat Engelse piloten of andere gezochte individuen zich in het kuuroord schuil hielden. Mocht er dan toch een verrassingsbezoek door de bezetter plaatsvinden dan gaven ze de onderduikers een sedatief medicijn opdat hij of zij zich niet zou kunnen verraden door te spreken (in het Engels) en de soldaten verder geen acht op ze sloegen. Mijn oudtante is in 2010 overleden. Op dat moment was ze al een aantal jaar dement. Haar laatste jaren heeft ze op een gesloten afdeling voor dementerende patiënten in Amsterdam doorgebracht. Van alles dat ze kon vergeten, variërend van de dag van de week tot de namen van haar familieleden, was er één ding dat ze nooit vergat en altijd kon benoemen; de onbeschrijfelijke vreugde van het moment waarop de bevrijding van de Duitse bezetting via de radio bekendgemaakt werd. Mijn opa, haar zwager, heeft nog wel eens verteld dat de bevrijding in Sonnevanck nog niet echt voelbaar was. Daarom is er na de bevrijding een aantal Canadese soldaten met legervoertuigen richting bos gegaan om ook de patiënten daar het gevoel van bevrijding te bezorgen. Ik hoop dat de lezer iets van haar zorg, twijfel en uiteindelijke euforie uit de brieven kan ervaren. Een greep uit de tekst, geschreven net na het nieuws van de bevrijding: Wij staan op het grasveld, rondom de nog kale vlaggenstok. Zr Hask zal de vlag hijsen. Ze waagt het niet aan een toespraak, maar begint direct voorzichtig aan het touw te trekken, terwijl Jelle [...] het Wilhelmus inzet. Daar gaat de vlag omhoog, onze Nederlandse Driekleur!! De wind blaast er in. Wat is ze mooi, wat hadden we een prachtige dag! Nooit heb ik haar zo mooi gevonden. Rood Wit Blauw. [...] Zr Hask heeft er twee van ons bij de hand gepakt en daar dansen we rond in een grote kring om de vlag ‘Oranje boven, Oranje boven!’ We merken er niets van dat we ziek zijn, nee dansen en springen maar en zingen. [...] Die dolle boel en die twee huppende dametjes in het wit en dat midden in een grote zingende kring. Zoiets waren we van de waardige hoogheden niet gewend. P.S. als paleograaf heb ik nog één laatste noot voordat u begint met lezen. Namen van personen zijn bijzonder moeilijk om te 'vertalen' vanuit een moeilijk leesbaar handschrift. Derhalve zijn alle namen van personen en achternamen van artsen aan een klein beetje interpretatie onderhevig. Tevens heb ik op slechts enkele plaatsen de vrijheid genomen een zinsnede om te bouwen of te verwijderen; enkel en alleen wanneer ik zelfs met hulp van extra ogen niet tot de woorden kwam die mijn oudtante bedoeld moet hebben. Hiervoor mijn nederige excuses.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
MensenIndividuele mensen in de hoofdrol. Namen
All
|